Under ronaldjan.com, I manage a considerable number of brands. This makes writing a blog not so easy, as it’s often time that’s lacking. However, I do enjoy writing, especially when I can inspire readers with fresh ideas.
First thing that stands out in the blog is that each title consists of just one word. That’s intentional. These days, even serious media use flashy headlines for tame content. That writing technique comes from advertising, which I know all too well, but a blog is not advertising. Second thing that might strike you is that the blog is solely written in the Dutch language, in the end that is my native language. Are you reading along?
Met zoveel ongelukkige aanhoudingen door de politie de afgelopen jaren doemt er een gebeurtenis in mijn gedachten op waar ik nog vaak aan denk.
De avond valt in Deventer, het is najaar 2002. ‘Misschien-een-beetje-te-hard’ zoef ik hier over de Meester de Boerlaan, in die tijd nog voorzien van een heuse ventweg.
Een snelle korte flits gloeit na door mijn achterruit. Huh? Ben ik nou geflitst? Denk ik nog. Maar ik heb geen camera zien staan. Verlegen door nieuwsgierigheid keer ik om en rijd ik terug via de ventweg. Hm. Nee, niks te zien. Raar.
Op dat moment raast een andere auto voorbij en ook die wordt geflitst, vanuit een.… Huh? Een Kliko? Een vuilcontainer?? Ik parkeer mijn auto en loop op het ding af. Er lijkt hondepoep te liggen aan de zijde waar de container naar toe is gericht, dus even oppassen. Ik leun op de container en buig mijn hoofd diep zodat ik de voorzijde van de Kliko volledig in het zicht heb….
"Potdikkie, ja hoor!" In een uitgefreesd gat spiegelt een meer dan imposante cameralens…. “Nah, dat wordt een fikse boete”, mompel ik beteuterd. Ik draai mij om en loop terug naar mijn auto, ik rijd hoofdschuddend maar behoedzaam de ventweg af.
Vlak voor ik de hoofdweg weer op wil sturen zwiepen twee hoge koplampen achter mij wild de kruising op. Met een smak komt een donkergrijze geblindeerde bus tot stilstand, pal voor mijn auto. Twee geuniformeerde heren stappen uit en tikken op mijn raam. “Waar zijn wij wel helemaal mee bezig?”, vraagt de opsporingsambtenaar als ik mijn raampje heb opengedraaid. “Wat bedoelt u?”, antwoord ik.
“U hebt daarnet onze meetapparatuur onklaar gemaakt”, vervolgt hij. “De camera staat geijkt, nu kunnen we opnieuw beginnen”.
Mijn auto staat nog half op de kruising, de motor loopt. “Onklaar gemaakt? Meent u dat nou?” antwoord ik. “Daar ben ik mij niet van bewust, ik wist niet dat jullie tegenwoordig ook al camera’s plaatsen in vuilcontainers, ik vond het wel inventief beda….”. De controleur onderbreekt: “er is een politie patrouille onderweg die de zaak opneemt”.
Ik kijk hem wantrouwend aan. “Bent u nou serieus?” vraag ik hem. “Zet uw auto maar even aan de kant”, antwoordt de ander, tot nog toe heeft hij gezwegen.
Boosheid komt in mij op. “Nou", zeg ik, totaal overdonderd door de ontstane situatie, "ik zet helemaal niks. Dat mogen jullie zelf doen. En jullie halen er misschien een politie patrouille bij, maar anders had ik dat gedaan, want ik wil tot op de bodem hebben uitgezocht wat hier gaande is, ik begrijp hier werkelijk helemaal niets van”. Ik doe mijn gordel af, ik zet het contact uit en ga op de motorkap zitten. Het metaal van de kap vouwt zich licht onder mijn gewicht.
In de verte kaatst enkele minuten later blauw schijnsel tegen de gevels. Zonder geluid. "Dat is ongetwijfeld voor mij" mompel ik in mijzelf. Twee agenten van de patrouille stappen rustig uit. “We hebben van onze collega’s gehoord wat er is gebeurd”, zegt de eerste agent die bij mij komt staan. “Nou, dan weet u al meer dan ik”, antwoord ik snedig. Alleen als ik boos ben ben ik gevat. “De heren van de snelheidscontrole rijden uw auto naar het bureau, u rijdt met ons mee”, vervolgt de agent. Ik moet plaats nemen in de politie auto, achterin.
Op het bureau wordt proces verbaal opgemaakt, maar ik krijg geen copie. Ik weet niet zo goed wat er is gebeurd, en ik heb hier ook niet zoveel ervaring mee. Na het zetten van mijn handtekening voor ontvangst krijg ik de sleutels van mijn auto terug. “De boete volgt vanzelf”, zegt de agent.
Drie weken later valt de boete op de deurmat. De EURO als betaalmiddel is net geïntroduceerd. Of ik even EURO 675,- wil aftikken. Opvallend vind ik dat de reden van het vergrijp nog steeds niet wordt vermeld. Ja, ‘verstoring van snelheidsmeting’ lees ik, maar dat kan van alles zijn; hoe kan het leunen op een vuilcontainer ooit strafbaar zijn? Bij vragen kan ik bellen met Justitie in Zwolle, zo staat op de achterzijde van de acceptgiro geschreven….
Op mijn vraag wat nu eigenlijk de exacte reden is van de ontvangen boete antwoordt de mevrouw aan de telefoon: "maar hebt u het proces verbaal dan niet ontvangen?" "Nee mevrouw”, antwoord ik korzelig, “dat heb ik niet”.
Twee dagen later krijg ik post van het parket te Zwolle. De reden van mijn vergrijp wordt alsvolgt omschreven: “verdachte schudde opzettelijk de meetapparatuur heen en weer en heeft op die manier de snelheidsmetingen verstoord”.
Huh!? Wat!? Lees ik dit nou goed!? Ik kan dit haast niet geloven! Dit is je reinste leugen! Burger tegen overheid! Dat dit bestaat?! Direct teken ik beroep aan. Dit laat ik mij niet gebeuren!
Iets meer dan 4 weken later vertel ik het voorval nogmaals aan de dienstdoende kantonrechter en de officier van Justitie. Nadat de rechter de gebeurtenissen heeft aangehoord, gaat hij mee in mijn verhaal. Want, een camera in een vuilcontainer is - zeker in die tijd - een dusdanig bijzonder verschijnsel dat de snelheidscontroleurs rekening hadden moeten houden met ‘onvoorziene reacties van nieuwsgierige burgers’. De rechter geloofde ook niet dat ik de container doelbewust door elkaar had geschud, simpelweg ‘omdat geen burger weet dat zo’n camera geijkt moet staan om adequaat te kunnen meten’. Ik werd vrijgesproken. En zelfs de snelheidsovertreding werd nietig verklaard…..
Oke, oke. Ik ben een redelijk opgeleide witneus met een goede baan. Maar bij mijn aanhouding schold ik de opsporingsambtenaren niet uit. Ik scheurde er niet als een haas vandoor. Ik verzette mij niet toen ik achterin de politie-auto moest plaatsnemen. Ik maakte geen 'verdachte' bewegingen, en ik trok al helemaal geen wapen. Nee, integendeel. De politie hield mij staande, dus ik wist dat de politie op dat moment mijn gang van zaken bepaalt zodat zij tijd krijgen eventuele strafbare feiten op te sporen. Daar hoef je geen jurist voor te zijn, dat hoor je te weten in de omgang met 'Nederland'.
In Nederland spreekt onze rechtelijke macht recht over burger EN politie. Alleen op die manier kun je als burger je gelijk halen. Maar begrijpt iedereen dat? En als iemand dat niet begrijpt, wat begrijpt diegene dan nog meer niet over hoe Nederland werkt? Kortom, wordt het niet eens tijd voor wat toelichting bij de omgang met Nederland? Voor nieuwe Nederlanders, maar net zo goed voor ingezetenen. Geen oeverloos gewauwel over de canon van historische gebeurtenissen, welnee, we pakken direct door met een beknopte handleiding zoals een product een gebruiksaanwijzing heeft, in klare taal: ‘Zo bedien je Nederland’.
Ronald Jan Veeneman © 2024
Settings
Persistence
Resourceful
The Vollkorn typeface used all over the ronaldjan.com website was designed by Friedrich Althausen, Germany: http://vollkorn-typeface.com/
ronaldjan.com © 2024 | The Netherlands | All rights reserved